Practical Jokes

WAAR GEBEURD       PRACTICAL JOKE 1

 

We hadden reeds in 1953 meerdere loodsen die een broeder hadden in de zeedienst en zo was Roger Legein, zoon van August Legein en Louis Legein was zijn oom, maar die had geen kinderen. Enkel om te weten om welke Legein het gaat.

 

Zo werd Roger afgehaald op de Westpost op een zondagmorgen, er waren wel 12 loodsen aan boord en weinig schepen verwacht. Er stond ook een Nederlandse loods op de brug, die uitkeek naar een aflosser na 24 uur.

De Blankenbergse Loodsen

(Bij de cursus van Gids te Blankenberge en zijn maritieme geschiedenis werd er ook even aandacht besteed aan de Blankenbergse loodsen. Hieronder vindt u een deel van de cursus geschreven door Pieter Deschoolmeester.)

ln de 15de eeuw begon het zwin geleidelijk aan te verzanden. Deze zeeweg bood toegang tot Sluis, de toen nog enige bruikbare voorhaven van Brugge. Door de zandbanken was de zwinmonding nog nauwelijks bevaarbaar. Om veilig en vlot naar Sluis te varen, hadden de koopvaardijschepen bijgevolg een loods nodig die hen doorheen de zandbanken kon gidsen.

Loodsenzeilboten

De vraag die men zich zou kunnen stellen: waarom staat op het achterschip van de loodsboten "Antwerpen" en niet "Oostende", waar ze in deze laatste normaal binnenliggen?
Het verhaal zou zijn dat, zeker ten tijde dat er nog geen radioverbindingen waren, de naam "Oostende" voor verwarring zou kunnen zorgen. Immers, de meeste schepen moesten een "Antwerp Pilot" hebben en geen "Ostend Pilot".