Teloorgang van onze maritieme geschiedenis: "Charleville"
Het is een loffelijk streven geweest om door oud-zeevarenden een oproep te doen om de “Charleville” te redden van de sloop. Maar het mocht niet baten, en waarom niet?
Heeft zich reeds iemand verdiept in dit fenomeen, “Belgium is not sea-minded” Laat ik wat achtergronden belichten om dit te bewijzen. (Was de Paster Pype niet een prachtig jacht in 1953, die is ook weggerot aan het Fort Napoleon)
Toen ik in 1945 op de Hogere Zeevaartschool zat zijn we meerdere malen in colonne door de stad getrokken, waaronder het evenement op de CMB aan de Kathelijnevest om een gedenkplaat te onthullen voor de gevallen zeelieden.
We marcheerden met de “Clem” voorop,(Kapitein Van Cleemputte) met al zijn strepen en een krul, maar hij had toevallig de weg uitgestippeld die langs “Den Daan” kwam. De travestieten stonden voor de deur en floten naar hem met zijn korte zwaaibewegingen, dit gaf hilariteit onder de cadetten. Het was het straatbeeld van die tijd, alles kon nog, maar het was nog geen criminaliteit.
Aangekomen bij de CMB, in het Vlaams ;Compagnie Maritime Belge, we moesten daar de gedenkplaat onthullen. Met nog een cadet stond ik in het gelid als ere-wacht bij de gedenkplaat links in de hal. Ik was vermoedelijk uitgekozen voor mijn echte matrozenpak van de Royal Navy. Alles was nog schaars in die tijd en ik had dit pak gekregen van mijn neef Arthur Vileyn die op D-day de landing in Normandië had meegemaakt met de Godetia en de Buttercup. ( die avond op 6 mei konden ze de machines niet meer gebruiken door de vele drijvende lijken rondom het schip).
Laten we maar teruggaan naar de Asmar op de Italiëlei. Toen we een vrije avond hadden, gingen we eerst naar de Amerikaanse club op de hoek van de Keizerlei en dan gaan dansen in de Quellin. Daar vonden we mooie jonge dames om mee te dansen,maar die waren gechaperonneerd door hun moeder. Dat was zo in die tijd, een live combo speelde prachtig, maar en afspraakje maken was er niet bij, de zeeman was geen partij voor jonge dames van standing.
Vergelijk dit met andere landen, Nederland bv. Daar wordt de zeeman en de marineman wel geaccepteerd.Weinigen zullen zich nog de oude Ned.loodsen herinneren, die echte ijzervreters zoals bv, Loods Oosterwijk die ronduit toegaf; “Ik wil best een boterham minder eten, als de Nerderlandse koopvaardij er maar weer bovenop komt”.
Hij verklaarde dit op een moment dat mijn buurman,loods Ben van Oudvorst gehuwd en twee kinderen 450gulden in de maand verdiende. Als duizendtonner had ik 1.100 gulden.
Waarom is er geen geld gevonden in Antwerpen om de Charleville te redden. De macht van het geld spreekt Frans. Ooit een CMB schip beloodst ? Ja menig maal, zelfs nog een reportage voor de BRT gemaakt aan boord, maar op de brug was alles Frans, het logboek ook. Bij Armement Deppe ook, in de volksmond, “den Armen Deppe” logboeken ook in het Frans. Men beweerde dat het was omdat de Rechtbank in Antwerpen ook nog franstalig was.
Inderdaad, zolang ik een zeeverslag moest maken was dat verplicht in het Frans ook later bij de Gulf Oil “Gros paquets de mer sur ponts et panneaux,of Mer belle-jolie brise”.
Niet dat ik een hekel heb aan Frans, anders zou ik hier niet wonen,maar alles op zijn plaats.
Andere landen hebben meer fierheid en kunnen hun patrimonium wel in stand houden en onderhouden. Kleinere bevolkingen, zoals Noorwegen, Finland of Zweden kunnen wel hun oude schepen nieuw leven inblazen en liggen te pronken als museumschip of party-schip.
Duitsland kan het ook, daar liggen twee juwelen,in Hamburg , de Cap San Diego en de Rickmer Rikmers, de eerste als party-ship en het zeilschip als museum.
De Cap San Diego heb ik meermaals beloodst. Als er een nieuwe lichting aspirant-loodsen benoemd wordt, geeft de Bruderschaft een banket aan boord. Mijn zoon heeft dat daar 10 jaar geleden ook meegemaakt.
Toen ik nog chefloods was in Vlissingen en elke zondagmorgen voer er een Cap-zo en zo af van Antwerpen kreeg ik een belletje van de Nederlandse Dienst; Er moet een Nederlandse loods naar de West. Zij wisten eerder dan ik wanneer die Cap uit de sluis was in Antwerpen, zodoende ging er steeds een Nederlandse loods met een Cap naar de West. We hebben dit opgelost door een tender te bestellen vóór dat de Cap uit de sluis kwam in Antwerpen. Ik was ook door de wol geverfd na zoveel jaren.